U gaat zelf graszoden leggen en wilt dat uw gazon straks mooi, stevig en gezond groeit. Dan begint alles bij de juiste ondergrond. Die vormt letterlijk de basis voor een sterk wortelstelsel, een dichte grasmat en jarenlang plezier van uw gazon. In dit artikel leest u waarom de ondergrond zo belangrijk is, hoe u deze het beste voorbereidt en welke grondsoort u eventueel moet verbeteren.
Waarom is de ondergrond zo belangrijk?
Minder onkruid, mos en kale plekken
Een goede ondergrond is luchtig, voedzaam en goed doorlatend. Op zo’n bodem kunnen graszoden zich snel hechten en groeien ze krachtig door. Dat zorgt ervoor dat uw gazon mooi dichtgroeit en er geen ruimte overblijft voor mos of onkruid. Op een arme, compacte of te natte bodem daarentegen krijgt het gras moeite met wortelen, waardoor er kale of zwakke plekken ontstaan. Deze plekken worden vaak snel overgenomen door ongewenste planten.
Langer genieten van uw gazon
Graszoden leggen doet u meestal maar één keer. Met een goede ondergrond zorgt u ervoor dat de graswortels diep en stevig kunnen groeien. Daardoor wordt het gazon beter bestand tegen betreding, droogte en ziekten. Een goed voorbereide bodem vermindert bovendien de kans op verzakkingen of ongelijkmatige groei. U legt dus niet alleen de basis voor een gezonde grasmat, maar ook voor minder onderhoud en langer plezier.
Wanneer moet u de ondergrond verbeteren?
In sommige situaties is het nodig om de bestaande bodem aan te passen voordat u graszoden kunt leggen. Let vooral op de volgende punten:
- Geel zand (bijvoorbeeld na oude bestrating of bij nieuwbouw)
Geel zand is arm aan voeding en houdt nauwelijks vocht vast. Gras groeit hierop slecht en de wortels kunnen zich niet goed hechten. Voeg daarom altijd minimaal 15 cm zwarte tuinaarde of bemeste grond toe. - Zware kleigrond
Klei houdt water vast en is vaak compact. Hierdoor ontstaat snel wateroverlast en krijgen de wortels te weinig zuurstof. Om drainage te verbeteren kan lava of grof zand door de bodem gefreesd worden. Lava vermindert de vruchtbaarheid niet, grof zand vermindert de vruchtbaarheid wel. Voor goede egalisatie kan er dan een laag van minimaal 1 cm bemeste teelaarde aangebracht worden. - Zandgrond
Zand laat water snel door en bevat weinig voeding. Voeg compost of bemeste teelaarde toe aan de bovenlaag om vocht en voedingsstoffen beter vast te houden. Compost zal door de ondergrond vermengd moeten worden. Teelaarde kan als toplaag gebruikt worden. - Veengrond
Deze bodem is vaak erg zuur en zakt makkelijk in. Om te egaliseren is er minimaal 1 cm aan bemeste teelaarde nodig, maar om de ‘werking’ van de bodem wat tegen te gaan is het raadzaam zoveel mogelijk van de ondergrond te vervangen door zwarte grond/bemeste teelaarde. Vaak wordt 30 a 40 cm zwarte grond geadviseerd. Verbeter daarnaast eventueel de pH-waarde met kalk. - Bodem met puin of oude wortels
Verwijder puin, wortelresten, stenen en bouwafval. Deze belemmeren de groei en zorgen later voor verzakkingen of kale plekken.
Stappenplan: zo bereidt u de ondergrond optimaal voor
Wilt u zeker weten dat uw graszoden goed zullen aanslaan? Volg dan onderstaand stappenplan en maak de bodem volledig klaar voor een nieuw gazon.
1. Bodem inspecteren en schoonmaken
Controleer de bodemsoort en verwijder alle oude grasresten, onkruid, wortels, stenen en ander vuil. Doe eventueel een pH-test. Een pH-waarde tussen 6 en 7 is ideaal. Is de grond te zuur, strooi dan kalk om de zuurgraad te corrigeren.
2. Bodem losmaken
Spit of frees de bovenste 25 tot 30 cm om. Zo maakt u de grond luchtig en verbetert u de doorlaatbaarheid van water en lucht. Tijdens het omspitten kunt u meteen compost of andere bodemverbeteraars toevoegen.
3. Bodem verbeteren
Afhankelijk van de uitkomst van uw inspectie, verbetert u de bodem als volgt:
- Op kleigrond: meng grof zand of lava door de bovenlaag en breng teelaarde aan.
- Op zandgrond: werk compost door de toplaag of breng bemeste teelaarde aan.
- Op veengrond: verbeter met zwarte grond en voeg kalk toe bij een lage pH.
- Op geel zand: breng minimaal 15 cm zwarte aarde aan.
Zorg dat de verbeterde laag goed vermengd wordt met de bestaande grond. Zo voorkomt u dat water blijft hangen op de overgang tussen twee lagen.
4. Egaliseren en aanwalsen
Hark de bodem mooi vlak en verwijder eventuele bulten of kuilen. Houd rekening met een hoogteverschil van zo’n 2 cm ten opzichte van aangrenzende bestrating. Dat komt overeen met de dikte van de graszoden. Druk de bodem daarna licht aan met een gazonwals of brede plank. Hark de bovenste laag nog even los voor een goede aansluiting met de graszoden.
5. Licht vochtig maken
Maak de bodem vlak voor het leggen licht vochtig. Sproei niet te veel, maar zorg dat de bovenlaag gelijkmatig vochtig is. Zo wordt de bodem goed bewerkbaar bij droge weersomstandigheden en zal het gras beter hechten.
Bestel nu uw graszoden mét ondergrond en leg meteen de basis voor een perfect gazon.
